Opiniestuk over voorgestelde halvering Ontwikkelingssamenwerking in de krant De Standaard
29/08/2024

Opinie over de voorgestelde halvering van Ontwikkelingssamenwerking van Els Hertogen (directeur 11.11.11), Jean Van Wetter (directeur Enabel), Joris Totté (directeur BIO), Arnout Justaert (directeur ngo-federatie), Arnaud Zacharie (directeur CNCD) en Raphaël Maldague (directeur Acodev): Met louter investeringen in defensie garandeer je geen duurzame veiligheid, schrijven directeuren van Belgische hulporganisaties.

Deze opinie verscheen in de krant De Standaard op 29/08/2024. (betaalmuur)

Veiligheid en welvaart voor België en de Belgen start in het buitenland

“Ontwikkelingshulp halveren”, ­lazen we afgelopen weekend in deze krant, als een van de vele manieren waarop de Arizona-coalitie stevig wilde saneren. Intussen werd dat genuanceerd door berichten dat sommige besparingen nog diepgaand besproken moesten worden. Zo zou het niet over een halvering van het totale ontwikkelingsbudget gaan, maar over “slechts” een gedeelte ervan.

Desondanks licht het bericht een ontnuchterende tip van de sluier van de voorstellen die op de onderhandelingstafel liggen als het over ontwikkelingssamenwerking gaat. Het gaat over besparingen. Daarmee keert de Arizona-regering een decennia-oude internationale belofte de rug toe, dat stapsgewijs meer middelen voor ontwikkelingssamenwerking vrijgemaakt zouden worden om tot 0,7 procent van het Bruto Nationaal Product te komen. In 2023 landden we op amper 0,4 procent.

Ieder mensenleven telt

De politieke keuzes die nu gemaakt worden, reflecteren welk soort samenleving wij willen zijn. Solidair en met een open blik naar de buitenwereld, of starend naar de eigen navel? Volgens ons is dat laatste geen optie. 

Want het buitenland is meer dan ooit binnenland geworden. Kijk naar de impact van oorlog, klimaatcrisis of een wereldwijde pandemie op onze eigen economie en ons dagelijkse leven. Omgekeerd heeft ons binnenlands beleid een grote impact op het buitenland. Zo heeft ook ons engagement rond het terugdringen van onze eigen CO₂-uitstoot impact op de wereldwijde droogtes, bosbranden, stormen en hongersnoden.

België is geen eiland. Hoe klein ook, wij hebben een rol te spelen in de wereld. Vanuit moreel oogpunt. Omdat wij ooit hebben afgesproken – met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens – om altijd op te komen voor mensenrechten voor iedereen. Maar ook vanuit strategisch oogpunt is het gewoon verstandig. Veiligheid en welvaart voor België en de Belgen start in het buitenland. We hebben sterke duurzame allianties in de wereld nodig om als klein land sterk te staan. Zeker nu eigen­belang en het bruut schenden van mensenrechten internationaal opnieuw aan terrein wint, is het des te belangrijker om te tonen dat het anders kan en moet. Door wel te kiezen voor internationale samenwerking en solidariteit. Dit is geen of-ofverhaal, waarbij we ofwel in onze eigen samenleving investeren, ofwel in de rest van de wereld. Wanneer we investeren in internationale solidariteit, investeren we in ieders toekomst, ook hier bij ons. Dit is een en-enverhaal.

Als je echt wilt dat veiligheid en welzijn voor iedereen gerealiseerd worden, dan moet je ook durven te investeren in het aanpakken van de oorzaken van menselijke en economische onveiligheid. Dat doe je door te investeren in diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Met louter investeringen in defensie garandeer je geen duurzame veiligheid. Dat is een measure of last resort, we moeten net investeren in partnerschappen via diplomatie en ontwikkelingssamenwerking om oorlog en de inzet van ­defensie te vermijden. Deze rol ­nemen wij als België al sinds jaar en dag op. Vaak met waardering van de buitenwereld. Het politieke standpunt rond Israël en Gaza waarbij ieder mensenleven telt en het internationaal recht moet gerespecteerd worden, geflankeerd met onze – intussen zwaar getroffen – ontwikkelingssamenwerking in Gaza, is daar maar een van de ­vele voorbeelden van.

Resultaten

Ontwikkelingssamenwerking wordt al te vaak afgeschreven als een “druppel op een hete plaat”. Onterecht. Je stopt ook niet met investeringen in kankeronderzoek omdat we er tot nog toe niet in slagen om elke kanker te genezen en te voorkomen. Je blijft erin investeren en onderzoeken, omdat je als samenleving de keuze maakt om voor elk mensenleven te vechten. Zo is iedere zogenoemde “druppel” binnen ontwikkelingssamenwerking een mensenleven. Elke ­investering daarin, elk mensen­leven, is het waard.

De resultaten die ontwikkelingssamenwerking kan voorleggen zíjn indrukwekkend. Dankzij ontwikkelingssamenwerking vermindert de armoede, groeien investeringen en stijgt de scholingsgraad in de ontvangende landen. Volgens Unesco gaan er 34 miljoen kinderen extra naar school sinds de jaren 2000. Polio werd quasi volledig uitgeroeid en het aantal hiv-infecties halveerde sinds 2000. ­Uiteraard is er een continu debat te voeren over hoe deze ontwikkelingssamenwerking zo in te zetten dat het voor zo veel mogelijk mensen een verschil maakt. Maar om een beleid te kúnnen voeren, heb je middelen nodig.

Talloze Belgische actoren zetten ontwikkelingssamenwerking elke dag om in de praktijk, zoeken naar de grootste hefbomen, evolueren mee met de noden en geleerde lessen. Zij hebben elk een eigen manier van werken, eigen ervaring en expertise en net daardoor versterken ze elkaar om samen armoede en ongelijkheid aan te pakken. Neem de gezondheidszorg. De Belgische overheid versterkt gezondheidssystemen in partnerlanden, terwijl ngo’s de lokale bevolking sensibiliseren en hen bijstaan om voor hun recht op gezondheid op te komen. De multilaterale organisaties voeren vaccinatiecampagnes, terwijl andere actoren investeren in de private sector om lokale productie van medische producten te bevorderen. Academische partnerschappen zetten in op kwaliteitsverbetering van de geneeskunde-opleidingen en op innovatief onderzoek rond globale en lokale uitdagingen, zoals de ontwikkeling van vaccins. Grote humanitaire organisaties, maar ook kleinschalige burgerinitiatieven, schieten in actie om gezondheidszorg aan te bieden in precaire crisissituaties. Dat alles redt mensenlevens, elke dag opnieuw.

Investeren in ontwikkelingssamenwerking ís en blijft een politieke keuze. Onze vraag is om die keuze niet vanuit ideologische voorafnames of symbolen te maken, maar onderbouwd en met een langetermijnvisie. Om vanuit ieders belang beleid te voeren. Om daarvoor in de broodnodige middelen te voorzien en onze internationale engagementen na te komen.